Mezza Weekendmagazine AD,
12 februari 2022,
Ik heb een auto. Hij heet Jos. Hij was er ineens, een soort vrolijk ongelukje. Ik ben heel blij met Jos, maar ik blijk niet echt in de wieg gelegd voor het voertuigmoederschap. Ik zorg niet goed voor hem. Ik wil dat wel! Maar het lukt me niet. Als Jos een kind was, was ‘ie nu uit huis geplaatst.
Jos is een gedrocht om te zien. Toen ik net verhuisd was, heeft de buurman de politie gebeld omdat ‘ie dacht dat er een gestolen auto voor de deur stond. Ik moest beloven dat ik mijn “vuilniswagen” een straat verderop zou parkeren. Daardoor staat ‘ie nu ook nog de hele dag te marineren onder een harsboom.
Ik moet Jos natuurlijk één keer per jaar langs de kinderbescherming brengen, uh, de APK-keuring. Dit is ieder jaar een groter en gênanter probleem. Jos takelt af. Z’n rechterspiegel zit inmiddels aan elkaar geplakt met duct tape en de achterbank doet dienst als vuilstortplaats voor alles wat ik ooit nog naar de milieustraat ga brengen. Op sommige plekken groeit mos met bloemetjes.
Ik schaam me hiervoor. Ik wil niet weten dat ik dit ook ben. Je zou zeggen dat ik in het licht van de keuring de handen wel uit de mouwen steek en ‘m opruim en schoonmaak. Maar neen. Absolutemento de morero de melo nieto. Ik kijk naar Jos en implodeer van m’n traanbuizen tot m’n achillespezen.
Nu durf ik zelfs niet meer naar de wasstraat omdat Jos te goor is geworden. Ik ben bang dat ik als een soort Floddertje in Jersey Shore, uitgelachen ga worden door mensen met gebleekte tanden, die hun velgen staan te waxen met witte vezeldoeken. In een poging tot zelfoverwinning dan wel verdiende zelfkastijding, ben ik er nog wel heen gereden. Maar er uiteindelijk alleen hyperventilerend vijf rondjes omheen gecirkeld en toen weer vloekend huiswaarts gekeerd. Blijkbaar is dit alles wat er nodig is om mij te breken, een carwash op een industrieterrein.
De ochtend van de keuring bracht ik Jos als een verloederd snottebellenkindje naar de garage. Er was zoveel schaamrood dat het ruimschoots buiten de grenzen van de kaak area getreden was. Een paar uur later ging de telefoon. Er klonk een twijfelende “Uh, mevrouw…”, waarop ik al wilde schreeuwen “Ja pak ‘m maar van me af! Ik verdien ‘m ook niet!”, maar de monteur zei alleen maar “…hij is door de APK, maar wordt het niet eens tijd voor nieuwe banden?”